Over de
Priesterbroederschap Sint Pius X zijn in de afgelopen jaren vele zaken beweerd,
die in de praktijk beslist niet kloppen. Zo wordt er vaak geroepen dat vanuit
de Priesterbroederschap Sint Pius X de Holocaust wordt ontkend en wordt er vaak
‘gekrakeeld’ over het jaarlijkse gebed op Goede Vrijdag, waarin voor bekering
van het Joodse volk wordt gebeden. Via dit artikel wil ik een aantal
vooroordelen wegnemen die er ten onrechte ten aanzien van deze Priesterbroederschap
Sint Pius X bestaan. Voor de input van dit artikel ben ik Pater Carlo de Beer
en diens collega, Pater Koenraad Huysegems zéér erkentelijk. Beiden heb ik
hiervoor persoonlijk of telefonisch mogen interviewen en beiden hebben mij
uitvoerig van informatie voorzien. Zonder hun input zou dit artikel nooit tot
stand zijn gekomen en ik wil hierbij dan ook openlijk beide Paters mijn
oprechte dank betuigen voor alle tijd en informatie, die zij beiden mij steeds
op de meest welwillende wijze hebben verleend.
Allereerst de
wereldwijd beroemd geworden ‘Williamson-affaire’. Richard Nelson Williamson,
geboren in Londen op 8 maart 1940 was een van de vier hulp- of wijbisschoppen
van de Priesterbroederschap Sint Pius X, die op 30 november 1988 door
aartsbisschop Marcel Lefebvre tot bisschop is gewijd. In 1970 bekeerde
Williamson zich tot het rooms-katholieke geloof in de kerk van het Oratorium te
Londen. In oktober 1972 trad hij toe tot het grootseminarie van de Priesterbroederschap
Sint-Pius X in het Zwitserse dorpje Ecône. Vier jaar later werd hij tot
priester gewijd. Hij werd vervolgens hoogleraar aan hetzelfde seminarie. In
2003 werd Williamson benoemd tot rector van het Seminario Internacional Nuestra
Señora Coredentora (Internationaal grootseminarie van Onze Lieve Vrouw
Medeverlosseres) in La Reja, Argentinië, nabij Buenos Aires.
Op 21 januari
2009 gaf Williamson een interview aan de Zweedse televisie waarin hij beweerde
dat er "overweldigende bewijzen" zijn dat in de
nazi-concentratiekampen geen gaskamers hebben gestaan voor het vergassen van
mensen. Ook stelde hij dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog geen 6 miljoen,
maar "slechts" ten hoogste 300.000 Joden omgekomen waren. Omdat ik
als belijdend en actief lid van de Rooms-Katholieke Kerk én als directeur van
het Informatiecentrum Tweede Wereldoorlog (I-WO-II) een
eerlijk en reëel oordeel wil kunnen vormen over de exacte uitspraken van
Bisschop Williamson heb ik via Pater Huysegems het exacte interview opgevraagd
dat Williamson voor de Zweedse televisie heeft afgelegd. Pater Huysegems heeft
mij een link naar dit interview vervolgens per mail toegezonden. De link naar
dit exacte interview treft u hieronder aan.
Het
is inderdaad juist dat Bisschop Williamson in dit interview beweert dat er niet
op fabrieksmatige wijze zes miljoen Joden zijn vergast. Ook stelt hij inderdaad
dat er geen zes miljoen maar ten hoogste 300.000 Joden zijn vergast. Belangrijk
is echter hierbij wél te constateren dat Bisschop Williamson de Holocaust an
sich niet ontkent. Zo geeft hij namelijk wél heel duidelijk aan dat er 300.000
Joden zijn omgekomen in de Duitse concentratiekampen.
Zelf begrijp ik absoluut niet waarom Williamson zo’n behoefte heeft gehad om überhaupt deze openbare discussie aan te gaan, maar dit is democratisch echter wél zijn goed recht. Hij mag wetenschappelijk onderzoek doen naar de exacte getallen van de vergaste Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook mag hij het huidige bekende getal van zes miljoen Joden wetenschappelijk gezien ter discussie stellen. Tot zover staat deze Bisschop hierin volledig in zijn democratische recht.
Wat de uitlatingen van Williamson – nota bene – als bisschop en dus als ‘herder’ van zijn ‘schapen’ echter zo enorm discutabel en zélfs ronduit verwerpelijk maken is dat hij nergens de vernietiging van al deze mensenlevens ter discussie stelt én ten stelligste veroordeelt. Ieder mens op aarde heeft namelijk zijn of haar leven van God gekregen. Alleen God en Hij alléén bepaalt wanneer een menselijk leven op aarde mag eindigen. Ieder mensenleven, dat door toedoen van een ander mens wordt beëindigd, is er dus één teveel. Het maakt dan dus ook niet uit of het zes, zestig, zeshonderd, zeshonderdduizend of zes miljoen Joden zijn, die zijn vergast. Iedere Jood, die in welke vorm dan ook door een ander mens tijdens de Tweede Wereldoorlog in de concentratiekampen is vermoord, is er dus simpelweg één té veel.
In het tweede interview dat u hieronder aantreft en dat u eveneens kunt beluisteren door de link aan te klikken, brengt Bisschop Williamson het er helaas niet veel beter af. Hij grijpt de kans om antisemitisme an sich te veroordelen niet aan. Hooguit vraagt hij zich in dit interview af wat antisemitisme dan eigenlijk wel niet is. Wél pleit hij wederom voor een grondig, wetenschappelijk onderzoek naar de Holocaust, omdat de Holocaust-discussie naar zijn mening thans teveel door vooroordelen en emoties worden beïnvloed. Met deze laatste mening hoeft iemand het absoluut niet eens te zijn, maar het is uiteraard wél een mening die de Bisschop er op na mag houden. Het verbaast mij uiteraard – wederom – dan weer wél dat deze Bisschop hoe dan ook deze thema’s op deze wijze aan de orde wilt stellen. Een Rooms-Katholieke Bisschop heeft naar mijn mening toch wel meerdere, andere, kerkelijk-religieuze onderwerpen die hij aan de orde kan stellen. Maar goed: op zich mag ook een Bisschop dit soort thema’s in het publieke domein aankaarten. Waarbij de Bisschop dan overigens wéér niet aangeeft WAAROM hij deze onderwerpen persé bespreekbaar wilt maken. Het nadrukkelijk niet veroordelen van antisemitisme an sich blijft echter vanuit de zijde van de Bisschop in dit interview – zéker naar zijn geruchtmakende eerdere interview – een volledige gemiste kans en naar mijn mening ook een flinke nalatigheid.
Zelf
vind ik hoor- en wederhoor altijd heel belangrijk. Zowel als actief en
belijdend lid van de Rooms-Katholieke Kerk, die vanuit haar leer en
grondbeginselen het fascistische en antisemitische gedachtengoed immers
volledig afwijst, en uiteraard ook als directeur van het Informatiecentrum
Tweede Wereldoorlog (I-WO-II) heb ik Pater Carlo de Beer, die iedere zondag in
de Rooms-Katholieke Kerken in Gerwen en Utrecht de Heilige Mis celebreert, dan
ook om een reactie gevraagd op de uitlatingen van Bisschop Richard Williamson.
Pater Carlo de Beer is in zijn reactie naar mij toe in niet mis te verstane
bewoordingen onvoorstelbaar duidelijk geweest. Pater De Beer: ‘De uitlatingen
van dit inmiddels ex-lid van de Priesterbroederschap Sint Pius X met betrekking
tot de Holocaust zijn in feite louter en alleen zijn privé-uitlatingen en
verkondigen in geen enkel opzicht de leer en de grondbeginselen van de
Rooms-Katholieke Kerk en van de Priesterbroederschap Sint Pius X’.
Dit
is mij trouwens eveneens persoonlijk mondeling bevestigd door Bisschop Bernard
Fellay, die mijn collega, mr. Fred Jan IJspeerd en ikzelf op 11 november jl. in
de Priesterbroederschap Sint Pius X-kerk in Leiden hebben gesproken. Bisschop
Bernard Fellay is tevens Generaal-Overste van de Priesterbroederschap Sint Pius
X’. Bisschop Fellay heeft mijn collega en mijzelf tijdens dit gesprek laten
weten dat de periode Williamson inderdaad een ‘moeilijke periode’ voor de Priesterbroederschap
Sint Pius X is geweest. En liet ons beiden tevens weten dat het van uiterst
groot belang is dat Rooms-Katholieke Christenen zich wereldwijd altijd vast
blijven houden aan de leer en de grondbeginselen van de Rooms-Katholieke
Christelijke kerk. En tevens dat zij zich vanuit de Christelijke leer en haar
grondbeginselen zich dan ook altijd moeten blijven inzetten om fascisme en
antisemitisme in onze samenleving te voorkomen en te bestrijden.
Naar aanleiding van alle ophef die internationaal ontstond naar aanleidingen van de interviews van Bisschop Williamson verklaarde Bisschop Fellay vervolgens publiekelijk het volgende:
‘We
hebben kennis genomen van een interview van een Zweeds tv-station met Bisschop
Richard Williamson, een lid van onze Priesterbroederschap Sint Pius X. Daarin
liet hij zich uit over een historische kwestie, in het bijzonder over de
volkerenmoord tegen het Joodse volk door de nazi’s. Het is duidelijk dat
een katholieke bisschop uitsluitend uitspraken met kerkelijk gezag mag doen in
verband met geloof en ethiek. Onze broederschap zal een dergelijk
gezag opeisen als het over andere aangelegenheden gaat. Onze zending is
de verkondiging en het herstel van de authentieke katholieke leer, die
vastgelegd is in dogma’s en geloof. Om die reden staan wij bekend en worden
alom in de wereld aanvaard én gerespecteerd. Het is dan ook met diepe
droefheid dat we de omvang erkennen van de schade die het schenden van dit
mandaat heeft toegebracht aan onze zending. De uitspraken van bisschop
Williamson weerspiegelt in geen enkel opzicht het standpunt van onze
broederschap. Daarom heb ik hem, in afwachting van nieuwe opdrachten, verbod
opgelegd om nog langer publieke standpunten over politieke of historische
kwesties in te nemen. Wij vragen vergiffenis aan de hoogste pontifex en aan
alle mensen van goede wil voor de dramatische consequenties van deze daad.
Omdat wij erkennen hoe onverstandig die uitspraken waren, kunnen we slechts met
droefheid vaststellen hoe ze rechtstreeks onze broederschap hebben getroffen en
onze missie hebben beschadigd. Zoiets kunnen we niet accepteren en we verklaren
dat wij zullen doorgaan met de verkondiging van de katholieke leer en met de
bediening van de sacramenten van Onze Heer Jezus Christus. Menzingen, 27
januari 2009’
Op 27 januari 2009 nam de Priesterbroederschap Sint Pius X volledig afstand van Williamson. Bisschop Bernard Fellay, hoofd van de Priesterbroederschap Sint Pius X, schreef aan de toenmalige Paus Benedictus XVI en aan "alle mensen van goede wil" dat men de bisschop een spreekverbod heeft opgelegd. In de brief vroeg Fellay de paus om vergeving voor de uitspraken van Williamson, die op ‘geen enkele manier de opvattingen van de priesterbroederschap weerspiegelen’.
Op 9 februari 2009 werd Williamson door zijn Generaal-Overste Bisschop Bernard Fellay ontslagen als rector van het Argentijnse seminarie. Ook mocht Bisschop Williamson mocht niet deelnemen aan het algemeen kapittel van de Priesterbroederschap Sint Pius X dat in juli 2012 in Ecône werd gehouden. Op 24 oktober 2012 werd Williamson uit de Priesterbroederschap Sint Pius X gezet. Volgens het generalaat had de bisschop zich steeds meer van de leiding van de Priesterbroederschap Sint Pius X verwijderd, en "geweigerd de gehoorzaamheid te betonen die hij aan zijn overste verschuldigd is" door in een open brief tot rebellie tegen Generaal-Overste en Bisschop Bernard Fellay en dienst assistenten, de Paters Pfluger en Schmidberger op te roepen. Zo liet Pater Koenraad Huysegems, de collega van Pater Carlo de Beer, mij telefonisch weten dat Bisschop Williamson in die periode zich neerbuigend uitliet over zijn geestelijke meerderen in de trant van ‘Die bende van Menzingen (Zwitserland)’.
Al die tijd hebben de leidinggevenden van Williamson in de Priesterbroederschap Sint Pius X – zo liet Pater Koenraad Huysegems mij telefonisch weten - tevergeefs getracht met hem tot een werkbaar vergelijk te komen. Zo mocht Williamson gewoon zijn priesterlijke taken blijven uitvoeren, maar mocht hij – wat na alle internationale ophef rondom zijn persoonlijk niet meer dan begrijpelijk en billijk was – geen openbare uitlatingen – hetzij schriftelijk; hetzij mondeling – meer verrichten zónder voorkennis en zónder de volledige goedkeuring van zijn superieuren binnen de Priesterbroederschap Sint Pius X. Toen echter brak Mgr. Williamson het verbod op ongecontroleerde publicatie. Vaststellend dat dit bewijst, dat Mgr. Williamson niet meer te controleren is, besloot de algemeen overste van de FSSPX, Mgr. Fellay, tot de laatste consequentie: hem te verwijderen uit de congregatie. Dit om verdere schade aan de FSSPX en haar leden te verhoeden.
Generaal-Overste
en Bisschop Bernard Fellay heeft als geestelijk leider en herder binnen de Priesterbroederschap
Sint Pius X op een voorbeeldige wijze naar alle partijen toe gehandeld. Niet
alleen heeft Bisschop Fellay daarbij steeds gehandeld vanuit de leer en de
grondbeginselen van de Rooms-Katholieke Kerk, maar hij heeft waar dit tijdens
deze hele Williamson-affaire maar mogelijk was, steeds op een voorbeeldige en
vooral ook doortastende wijze gehandeld. Waar dit namelijk maar mogelijk is
geweest, heeft Bisschop Fellay in deze gehele affaire steeds weer opnieuw zijn
verantwoordelijk als geestelijk leidsman binnen de Priesterbroederschap Sint
Pius X en als Rooms-Katholiek Christen naar al zijn medechristenen wereldwijd
toe genomen’. Het handhaven van de christelijke leer en haar grondbeginselen
heeft hierin bij Bisschop Fellay steeds voorop gestaan. Zoals trouwens ook uit
de inhoud van hierboven vermelde publiekelijke verklaring blijkt. Voor het
Informatiecentrum Tweede Wereldoorlog (I-WO-II)
is Bisschop Bernard Fellay van de Priesterbroederschap Sint Pius X dan ook een
moderne Verzetsheld. Net zoals Kardinaal Jan de Jong van Utrecht destijds in de
Tweede Wereldoorlog een Verzetsheld is geweest.
Tot slot nog het gebed op Goede Vrijdag dat sinds het Concilie van Trente tot het Tweede Vaticaans Concilie steeds is gebeden. In dit gebed wordt gevraagd om bekering van de ‘onbetrouwbare’ Joden. Dit is voor mij als actief belijdend en meelevend lid van de Rooms-Katholieke Kerk én als directeur van het Informatiecentrum Tweede Wereldoorlog (I-WO-II) een uiterst ongelukkige woordkeuze, omdat hiermee alle Joden over één kam worden geschoren. Hierover heb ik Pater Carlo de Beer om uitleg gevraagd, die mij hieromtrent dan ook het volgende heeft laten weten. Pater De Beer heeft zich altijd vast gehouden aan de reeds eeuwenoude bestaande liturgie op Goede Vrijdag, omdat deze liturgie reeds tijdens het Concilie van Trente op deze wijze is vastgesteld. De bedoeling van dit eeuwenoude gebed is echter positief. Jezus Christus, de Heiland en Verlosser van de gehele wereld is afkomstig vanuit het Joodse volk. Dan gun je juist dit volk bij uitstek de verlossing van alle zonden en de eeuwige opname in het Hemelse Paradijs. Op mijn uitspraak dat nu alle Joden over één kam worden geschoren en dat de nuance nu ontbreekt – denkt u maar aan de Messias-belijdende Joden – liet Pater De Beer mij heel duidelijk weten dat hij dit standpunt mijnerzijds volledig kan begrijpen. Hij heeft mij dan ook toegezegd dat hij de Latijnse bewoordingen en vooral ook de vertalingen van dit eeuwenoude gebed nog eens grondig zal gaan bestuderen, zodat tijdens het bidden van dit gebed in de toekomst voorkomen wordt dat alle Joden over één kam worden geschoren. Tevens liet Pater Carlo de Beer mij weten dat hij zeer veel respect heeft voor organisaties als Christenen voor Israël, waar hij zélf in het verleden ook goede gesprekken mee heeft gevoerd, alsmede voor de Messias belijdende Joden, die Jezus Christus reeds als Heiland en Verlosser in hun leven hebben geaccepteerd.
Tijdens de meerdere gesprekken die ik met Pater Carlo de Beer over de hierboven vermelde thema’s heb gevoerd, liet hij mij weten dat hij zeer veel respect heeft voor de enorme moed waarmee Kardinaal Jan de Jong tijdens de Tweede Wereldoorlog in Utrecht in woord en daad verzet heeft geboden, door zich in niet mis te verstane bewoordingen tegen het fascistische gedachtengoed en de Jodenvervolging uit te spreken in een tijd, waarin dit gevaar voor zijn eigen leven op kon leveren. Pater Carlo de Beer benadrukte tijdens onze gesprekken tevens dat de destijds getoonde houding van Kardinaal de Jong in feite ook de plicht is van elke Christen in deze huidige, moderne tijd.
Ook in deze moderne tijd dienen volgens Pater De Beer – Rooms-Katholieke – Christenen wereldwijd in alle opzichten volledig afstand te nemen van alles wat ook maar in de buurt komt van het fascistische en het antisemitische gedachtengoed. Omdat dit nu eenmaal volledig haaks staat op de leer en de grondbeginselen van de Rooms-Katholieke Kerk. Het fascistische en antisemitische gedachtengoed wordt door Pater Carlo de Beer dan ook ronduit als ‘afkomstig van de Duivel’ omschreven.
De Thora – zo liet Pater De Beer mij tijdens één van onze gesprekken weten – is een uiterst belangrijk onderdeel van het Oude Testament. De Joodse Jezus Christus, Joodse koningen en profeten en uiteraard niet te vergeten ook Joodse discipelen en apostelen zijn immers verantwoordelijk geweest voor de uitspraken en de geschriften, die hebben geleid tot het Oude en Nieuwe Testament. Zonder de inbreng van deze Joden zou er überhaupt geen Bijbel zijn geweest. De Bijbels is – aldus Pater Carlo de Beer – dus onlosmakelijk verbonden met de Joodse Jezus Christus en het Joodse volk. Juist omdat de Priesterbroederschap Sint Pius X zich in alle opzichten strikt wenst vast te houden aan de leer en de grondbeginselen van de Rooms-Katholieke Kerk KAN en WIL de Priesterbroederschap Sint Pius X in de praktijk zich dus in woord of daad op geen enkele wijze ongewenste uitlatingen permitteren, die in strijd zijn met Bijbelse leer. Vandaar dan ook de moedige, vastberaden en doortastende houding van Bisschop Fellay naar Bisschop Williamson toe, toen deze op een uiterst ongelukkige wijze de Holocaust aan de orde heeft gesteld.
Deze Bijbelvaste grondhouding is overigens niet meer dan vanzelfsprekend voor de Priesterbroederschap Sint Pius X, die juist op basis van de leer en de grondbeginselen van de Rooms-Katholieke Kerk het fascistische en antisemitische gedachtengoed dan ook nadrukkelijk afwijst en zelfs volledig verwerpt.
___________________________________________________________
___________________________________________________________________